Wees geduldig
Geduld is een mooie deugd. En dat is ook bij dementie van toepassing. Dementie is namelijk een ziekte met een lang proces. De ziekte kent veel verschillende symptomen en verloopt bij iedereen anders. Dat maakt omgaan met dementie niet makkelijk. Niet voor je ouders maar ook niet voor jou als mantelzorger. Wees daarom altijd geduldig.
Weet ook dat je je ouders niet zomaar van mening doet veranderen met één gesprek. Hulp aanvaarden is moeilijk voor hen en vraagt tijd. Veel tijd. Daarom zal je vaak met hen aan tafel moeten gaan zitten. Misschien zelfs elke dag of week opnieuw. Schrik ook niet als je ouders opeens terugkrabbelen nadat afspraken gemaakt werden. Ga gewoon opnieuw het gesprek aan.
Erken en benoem hun emoties
Je ouders ontkennen vaak dat er iets met hen scheelt, maar toch beseffen ze het. Als persoon met dementie voel je namelijk zelf heel goed aan dat er iets niet (meer) klopt. De trots die je hebt, maakt dat je dit wil verbergen voor anderen. Zo vermijden ze bepaalde activiteiten of zelfs sociale contacten. Ze willen namelijk niet dat iemand anders het opmerkt. En dat brengt ook emoties met zich mee.
“Erken en benoem die emoties. Als je moeder of vader zich kwaad maakt om iets, zeg dan ‘Ik zie dat je kwaad bent.’ Vraag dan meteen waarom dat zo is.”, geeft Ann als tip. Belevingsgerichte zorg heet dat met een mooi woord. Iets wat voor jou niet meer dan logisch lijkt, is dat voor je ouders misschien helemaal niet.
Dementie kan je karakter veranderen. Je ouders kunnen daardoor op een andere manier reageren dan je van hen gewend bent. Het is niet altijd even gemakkelijk maar probeer je moeder of vader echt los van die emoties en reacties te zien. Sommige mensen worden een beetje agressief terwijl ze dat vroeger helemaal niet waren. Weet dan dat de ziekte dat met je ouders doet. Jouw moeder of vader is zo niet. Belangrijk dus om steeds de mens te blijven zien. Je ouders hebben namelijk nog steeds dezelfde noden en behoeften als voor de diagnose. Om die reden spreken we ook niet van 'dementen' of 'dementerenden' maar van 'persoon met dementie'.
Erken en benoem die emoties. Als je moeder of vader zich kwaad maakt om iets, zeg dan ‘Ik zie dat je kwaad bent.’ Vraag ook meteen waarom dat zo is.
5 tips
Onthoud dat dementie bij iedereen anders is. Deze 5 tips helpen je alvast op weg.
1. Praat erover
Hebben je ouders nog geen last van dementie of is de dementie nog niet ver gevorderd? Praat dan al op voorhand met hen over ouder worden. Hoe willen zij ouder worden? Willen ze graag thuis blijven wonen? Waarbij kunnen ze later hulp gebruiken?
2. Pak het laagdrempelig aan
Je vindt dat je ouders hulp nodig hebben. Wellicht is dat ook zo. Maar iemand die altijd alles zelf deed, staat er niet zo voor te springen om plots álles uit handen te moeten geven. Begin daarom met de basics. Heb je bijvoorbeeld het idee dat je ouders zich niet meer (goed) wassen? Laat dan 2x per week een thuisverpleegkundige komen om hen te wassen. De rest van het huishouden doen ze dan nog zelf. Maar op die manier help je hen wel met hun hygiëne. Zeker als er ook sprake is van incontinentie is een thuisverpleegkundige een echte must.
Een andere manier van laagdrempelige hulp is een huishoudhulp. Iemand die hun huis komt poetsen wordt meestal sneller geaccepteerd dan zorg- en verpleegkundigen.
Belangrijk: stel jezelf in hun plaats. JIJ vindt namelijk dat er heel wat hulp nodig is. Maar is dat echt zo? Hoe zou jij je voelen als jouw zoon of dochter zich plots met jouw leven en/of huishouden komt bemoeien? Waarom weigeren ze hulp? Speel daarop in en vertrek van daaruit om een aangepast plan voor je ouders op te stellen.
3. Laat hen zo lang mogelijk thuis wonen
Een opname in het ziekenhuis is vaak een kantelmoment waarbij je beslist dat je ouders niet meer thuis kunnen wonen. Maar stuur je ouders niet te snel naar een woonzorgcentrum. Thuis kennen ze de weg, weten ze alles staan en voelen ze zich veilig. In een rusthuis vallen al die zekerheden weg, wat voor nog meer verwarring zorgt bij personen met dementie. Laat je ouders daarom zo lang mogelijk thuis wonen. Dat is bijvoorbeeld perfect haalbaar via Helan thuiszorg. Onze verzorgenden gaan dagelijks langs bij mensen met dementie om hen te ondersteunen bij de huishoudelijke taken, psychosociale ondersteuning, ...
Grote voorwaarde is uiteraard dat het veilig moet kunnen. Als je ouders bijvoorbeeld beginnen dolen, is het niet meer veilig en is een woonzorgcentrum de enige oplossing. Maar je kan het kookvuur wel makkelijk uitzetten als je ouders niet meer zelf kunnen koken. Zo lopen ze ook geen gevaar.
4. Doe iets samen met je ouders
Stel bijvoorbeeld voor om samen boodschappen te doen. Vaak zeggen ze dat ze daar te oud voor worden en dus laten ze jou liever naar de winkel lopen. In realiteit kunnen ze dat wel, maar weten ze hun geliefde producten gewoon niet meer staan en dat schrikt hen af. Ze willen niet door de mand vallen en besteden die taak dan liever uit. Als zoon of dochter stel je jezelf amper vragen want je bent al blij dat je iets voor je ouders kan doen. Als je dat samen doet, help je hen zonder hun zelfstandigheid te hard te beperken.
5. Stel je eigen grenzen
Zorgen voor anderen vraagt veel van jezelf. Wees daarom ook niet te streng voor jezelf. Blijven je ouders alle hulp weigeren? Laat het dan los. Je ouders zijn nog steeds volwassen mensen die verantwoordelijk zijn voor zichzelf. Al hangt dat uiteraard van de mate van dementie af.
Wordt het je soms te veel? Of heb je het gevoel dat je het niet alleen kan? Durf dan zeker om hulp vragen. Je staat er namelijk echt niet alleen voor.
Ann: “Vanuit mijn rol als dementiedeskundige kan ik mantelzorgers de juiste weg naar extra hulp wijzen. Zo bestaat er het Expertisecentrum Dementie. Zij komen ook aan huis om extra ondersteuning te bieden eens de diagnose dementie gesteld is. Maar er bestaan ook praatgroepen zoals Praatcafé Dementie. Met andere mantelzorgers in contact komen en tips of bezorgdheden uitwisselen over bepaalde thema’s kan al zoveel betekenen.”
Langer zelfstandig thuis wonen: het kan!
Krijg een handig overzicht van alle soorten thuiszorg en extra diensten die er bestaan.