In 2018 verloren de Belgen 2,3 miljoen gezonde levensjaren

De ziektelast meet de gezondheidskloof door een leven in perfecte gezondheid te vergelijken met de realiteit. Het meet met andere woorden de impact die een ziekte of beperking heeft op de gezondheid. 

Sciensano deed een onderzoek naar de Belgische ziektelast voor het jaar 2018

Uit het onderzoekt blijkt dat de 37 voornaamste ziekten in België in 2018 hebben geleid tot een verlies van 2,3 miljoen gezonde levensjaren. 
47,3 % hiervan ging verloren doordat mensen moesten leven met een ziekte of een beperking en dus een verminderde levenskwaliteit hadden. Voor 52,7 % was dat ten gevolge van vroegtijdig overlijden omwille van ziekte.

Depressie, coronair hartlijden, longkanker, lage rugpijn en overmatig alcoholgebruik zijn boosdoeners als het komt op de ziekten en beperkingen waarmee iemand moet leven. De aandoeningen die vooral een impact hebben op de verloren levensjaren door vroegtijdig overlijden waren in 2018 longkanker, coronaire hartziekten, alzheimer en cerebrovasculaire aandoeningen. Het is vooral in de oudste leeftijdsgroep (65-plussers) dat de meeste gezonde levensjaren verloren gaan. Zeker wat betreft cardiovasculaire aandoeningen.

Vrouwen vs. mannen

Het onderzoek van Sciensano toont ook een verschil van ziektelast bij mannen en vrouwen. In 2018 verloren mannen meer gezonde jaren (23.000 jaren per 100.000) dan vrouwen (18.000 jaren per 100.000). De verloren jaren bij mannen waren onder meer ten gevolge van vroegtijdig overlijden (56,3 %), terwijl dit bij vrouwen was ten gevolge van het leven met een ziekte of een beperking (52,4 %).

Bij de mannelijke Belgische inwoners leidde ischemische hartziekte (onvoldoende doorbloeding waardoor een zuurstoftekort optreedt) in 2018 tot de meeste verloren gezonde levensjaren; bij de vrouwen was dat depressie.

Totale ziektelast

De totale ziektelast is het hoogst in het Waalse Gewest, gevolgd door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Vlaamse Gewest. Onder de EU-14 landen staat België op de eerste plaats (meeste verloren levensjaren) voor de totale ziektelast en de ziektelast ten gevolge van een verlies aan levenskwaliteit en als vierde (meeste verloren levensjaren) voor de ziektelast ten gevolge van vroegtijdige sterfte.